Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers
Artikel 59 Pensioengrondslag tijd voor 1 januari 1986; inbouw algemeen pensioen
1
Voor tijd vóór 1 januari 1986 is de pensioengrondslag de berekeningsgrondslag.
2
De berekeningsgrondslag wordt voor de toepassing van het eerste lid vermenigvuldigd met 100/110 indien de schadeloosstelling laatstelijk is genoten tussen 31 december 1985 en 1 januari 1995. De aldus vastgestelde pensioengrondslag is echter niet lager dan de schadeloosstelling verminderd met 2 867,89 [Red: per 1 januari 2008 4.434,37] . Het bedrag van 2 867,89 [Red: per 1 januari 2008 4.434,37] wordt telkens aangepast bij de ministeriële regeling, bedoeld in artikel 105, derde lid, overeenkomstig de aanpassing van een bedrag dat, omgerekend naar euro?s, op 1 januari 1985 28 678,91 bedroeg.
3
De berekeningsgrondslag wordt voor de toepassing van het eerste lid vermenigvuldigd met een debruteringsfactor overeenkomstig artikel 59a, tweede lid, indien de schadeloosstelling laatstelijk is genoten na 31 december 1994. Op het aldus gevonden bedrag is het tweede lid van dit artikel van toepassing.
4
Hoofdstuk 17 is van toepassing op het pensioen, indien of voorzover berekend over de in het eerste lid bedoelde tijd.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.